Noodverlichting

Noodverlichting

Statamat biedt met het volledige productengamma van Linergy kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare producten. Voor elke omgeving of toepassing bieden wij een oplossing. Wij willen hierbij onze innovatieve noodverlichtingen met LED-technologie in de schijnwerper plaatsen.

Bij het ontwerpen van noodverlichtingssystemen moet men met vele aspecten rekening houden. Het is belangrijk eerst het noodevacuatieplan op te stellen, en alle gevaarlijke plaatsen en toestanden te bepalen, om een degelijk noodverlichtingsplan uit te kunnen tekenen.

Afhankelijk van de omgeving en de toepassing kan men kiezen uit diverse types armaturen. U kan alle armaturen uit de catalogus van Linergy bij ons bekomen! Hieronder een selectie:

 

Linergy, logo van een noodverlichting producent

STEP LED

De noodverlichtingsarmatuur STEP LED bestaat uit een polycarbonaat behuizing en een afgeronde diffusor.

STEP 2 LED

De noodverlichtingsarmatuur STEP 2 LED bestaat uit een polycarbonaat behuizing en een elliptische diffusor met Fresnel lens

CRISTAL EVO

CRISTAL LED is een waterdicht apparaat gemakkelijk te monteren en ideaal voor grote warenhuizen, industriële halls, parkings. LED met hoogste lichtefficiëntie

VIALED

Ideaal indien hoge verlichtingsprestaties op een discrete maniet worden gevraagd. Beschikbaar in verschillende versies: Vialed Evo, Vialed High, …

TUBE LED

Een polycarbonaat buis 3,5mm dikke transparante UV-bescherming die een beschermingsklasse IK10 garandeert

Alien led

Een ronde behuizing van zelfdovend polycarbonaat V2, wit of zwart 2 mm dik. Een frame van hetzelfde materiaal als de behuizing waarin het rooster is geplaatst.

Duna

Een polycarbonaat diffuser speciaal ontworpen om LEDverlichting perfect uniform te maken en optimale lichtprestaties te leveren

Regelgeving en normering noodverlichting

Bij het ontwerpen van noodverlichtingssystemen moet men met vele aspecten rekening houden. Het is belangrijk eerst het noodevacuatieplan op te stellen, en alle gevaarlijke plaatsen en toestanden te bepalen, om een degelijk noodverlichtingsplan uit te kunnen tekenen.

Regelgeving en normering

Bouwwetgeving: KB 31.12.1997
Dit KB schrijft noodverlichting voor in gebouwen voor zowel nieuwbouw en/of verbouwing, waarvan de aanvraag is ingediend na 01.01.1998. Dit KB geldt niet voor industriegebouwen, gebouwen bestaande uit maximaal 2 bouwlagen en gebouwen met een totale oppervlakte kleiner of gelijk aan 100 m2 en eengezinswoningen.

Het KB maakt onderscheid tussen veiligheidsverlichting en noodverlichting: Noodverlichting of stand-by verlichting wordt hierin omschreven als een kunstmatige verlichting, die bij het uitvallen van de reguliere kunstmatige verlichting, het mogelijk maakt bepaalde activiteiten op sommige plaatsen van het gebouw voort te zetten. Veiligheidsverlichting is dan een kunstmatige verlichting, die bij het uitvallen van de gewone kunstmatige verlichting, de personen toelaat een veilige plaats en de uitgangen van het gebouw te bereiken.

Wetgeving voor de veiligheid van de arbeidsplaatsen

Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) Art 63 bis schrijft veiligheidsverlichting voor in inrichtingen waar gewoonlijk meer dan 100 mensen aanwezig zijn met het oog op een mogelijk noodzakelijke ontruiming indien de reguliere kunstverlichting uitvalt.

De Europese Richtlijn 89/654/EEG: Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen. Deze Europese richtlijn bepaalt nadrukkelijk dat arbeidsplaatsen in het algemeen afdoende beveiligd dienen te zijn. Veiligheidsverlichting geldt hierbij als een noodzakelijke voorziening. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor arbeidsplaatsen met relatieve grotere risico’s. Dit laatste is vooral van toepassing in de industrie.

De werkgever draagt hier de verantwoordelijkheid voor de naleving van de voorschriften.

De Belgische norm NBN EN 1838 bepaalt de fotometrische voorschriften voor de noodverlichtingssystemen in gebouwen waar dit vereist is. Het is voornamelijk van toepassing op de plaatsen waar publiek of werknemers worden ontvangen.

Evacuatiesignalisatie
Volgens EN 1838 (ontwerp en contrastvoorwaarden) en ISO 3864 (kleuren) moet dit type aanduiding boven alle vluchtdeuren en op elke splitsing in een vluchtweg gemonteerd worden. De aanduidingen binnen één gebouw moeten allemaal van hetzelfde type zijn en de afmetingen moeten zodanig gekozen worden dat ze voldoende herkend kunnen worden. De herkenningsafstand wordt berekend met de volgende formules: voor inwendig verlichte pictogram is de herkenningsaftsand 200x de hoogte van het pictogram (h), voor een gewoon uitwendig belicht pictogram is dit 100x de hoogte van het pictogram.

In de norm worden verschillende types noodverlichting zoals vervangingsverlichting, evacuatieverlichting, antipaniekverlichting en verlichting van gevaarlijke werkplekken, onderscheiden.

Evacuatiewegen (ook vluchtwegen genoemd)
De noodverlichting van eacuatiewegen moet op de as van de vluchtweg een sterkte van minimaal 1 lux hebben en een contrast van minstens 40:1. De as van de evacuatieweg is de lijn op de helft van de totale breedte van de vluchtweg. Op schouderhoogte moet de vluchtweg met minimaal 0,5 lux verlicht zijn.
Op plaatsen van de vluchtweg waar een gevaarlijke toestand bestaat moet de horizontale verlichtingssterkte 5 lux bedragen. Dit is nodig bij richtingveranderingen, T-splitsingen, kruisingen, overgangen naar trappen, hoogteverschillen in het loopvlak. Een trap moet zodanig verlicht zijn dat iedere traptrede direct wordt belicht. Evacuatieverlichting moet de gebruikers toelaten om een ruimte veilig te verlaten.

Anti-paniek en open ruimtes
Omgevingsverlichting, ook antipaniekverlichting genaamd, is bestemd om het risico op paniek bij de gebruikers van een ruimte te verminderen op het ogenblik dat de verlichtingsinstallatie het plots laat afweten. Grote ruimtes in een gebouw, waar zich mogelijk meerdere mensen verzamelen tijdens een noodsituatie, of ruimtes waar meerdere vluchtwegen naartoe leiden moeten verlicht worden met minimaal 0,5 lux op vloerniveau. Dit gebied begint op 0,5m afstand van de wand. Het contrast moet minimaal 40:1 zijn.

Ruimtes met verhoogd risico
Ruimtes waar bijzondere verlichting tijdens noodsituaties vereist is, bijvoorbeeld wegens een gevaarlijke toestand bij normale activiteit, moeten verlicht worden met minimaal 10% van de normale verlichtingssterkte en minimaal 15 lux. Het contrast moet minimaal 10:1 zijn.

Nooduitrusting
Voor brandmelders en eerste-interventiemiddelen zoals brandblusser en brandhaspels, alsook EHBO-posten, geldt een minimum lichtstrekte van 5 lux.

Finlandstraat 5A, Haven 8000C, 9940 Evergem
Tel. 09 255 53 33 - Fax 09 255 53 39
info@statamat.be